Femicide. Een woord dat de meeste mensen pas sinds kort in het Nederlandse nieuws horen, maar dat wereldwijd allang bekend is als een epidemie van geweld tegen vrouwen. Het gaat hier niet om ‘gewone’ moord. Het is moord op vrouwen, puur omdat ze vrouw zijn. Omdat ze niet gehoorzamen. Omdat ze ‘nee’ durven zeggen. Omdat een man zich in zijn eer gekrenkt voelt. Of, zoals het in Nederland vaak verzachtend heet: ‘een uit de hand gelopen relationeel conflict’.
De cijfers liegen niet. In Nederland worden gemiddeld tussen de 35 en 45 vrouwen per jaar vermoord, volgens het CBS. Dat zijn er bijna één per week. In bijna 70 procent van de gevallen is de dader de (ex-)partner. Femicide is dus geen ver-van-mijn-bed-show, geen exotisch probleem uit verre landen. Het gebeurt hier. In onze straten. In onze huizen. Achter gesloten deuren.
Vergelijken we dit met andere landen, dan wordt het contrast schrijnend. In Saoedi-Arabië bijvoorbeeld, een land waar vrouwenrechten pas recentelijk een klein beetje ruimte kregen, liggen de officiële femicidecijfers verrassend laag. Volgens VN-data gaat het in Saoedi-Arabië om ongeveer 0,2 per 100.000 vrouwen per jaar. In Nederland is dat cijfer rond de 0,7 per 100.000 vrouwen per jaar. In andere Arabische landen zoals Jordanië en Egypte zijn de aantallen vergelijkbaar of zelfs lager dan in West-Europa. Dat klinkt bijna ongeloofwaardig. Maar schijn bedriegt.
In veel Arabische landen wordt femicide niet altijd als zodanig geregistreerd. Eermoorden verdwijnen in de statistieken als ‘familiekwesties’. Vrouwen worden vermoord zonder dat de politie of media het ooit registreren. De onderrapportage is gigantisch. In sommige landen krijgen daders zelfs strafvermindering omdat hun daad wordt gezien als het beschermen van de eer van de familie. De cijfers lijken daardoor mooier dan ze zijn.
Nederland daarentegen, registreert relatief nauwkeurig. Maar juist daarom is het schokkend. In een zogenaamd modern, geëmancipeerd land gaan vrouwen nog steeds elke week dood door geweld van iemand die zegt van hen te houden. En dat terwijl Nederland zichzelf graag op de borst klopt als ‘gidsland’ van gelijkheid en mensenrechten.
Laten we eerlijk zijn: Nederland is geen Saoedi-Arabië. Hier mogen vrouwen studeren, stemmen, werken, zelf beslissen met wie ze trouwen. En toch worden ze massaal bedreigd, mishandeld en vermoord zodra ze besluiten hun eigen pad te kiezen. Dat is geen geëmancipeerde samenleving, dat is een façade.
Kijk naar de verhalen achter de cijfers. De moorden op Hümeyra, op Ebru Umar’s bedreigingen, op de tientallen vrouwen die jaarlijks in stilte verdwijnen achter krantenkoppen als ‘familiedrama’. We hebben hier misschien geen wetten die eermoord vergoelijken, maar we hebben een systeem dat structureel faalt vrouwen te beschermen.
In Arabische landen ligt de oorzaak in cultuur en religieuze wetgeving. In Nederland ligt de oorzaak in onverschilligheid en een falende rechtsstaat. Een vrouw meldt stalkende exen bij de politie, krijgt een melding ‘we kunnen niets doen zonder bewijs’, en een maand later ligt ze dood op straat. Of een rechter besluit tot taakstraffen omdat een moordenaar zogenaamd ‘in een opwelling’ handelde.
En waar blijft de ophef? Als een man op straat wordt neergestoken vanwege een ruzie in het criminele circuit, spreken politici van een ‘onhoudbare situatie’. Maar als een vrouw door haar partner wordt vermoord? Dan zwijgt Den Haag. Geen Kamervragen, geen extra geld voor preventie, geen nationaal programma tegen femicide. Hooguit een minuut stilte op sociale media voordat men weer overgaat tot de orde van de dag.
In Zuid-Amerikaanse landen zoals Mexico en Argentinië trekken vrouwen massaal de straat op. ‘Ni Una Menos’ – ‘Niet één vrouw minder’ – klinkt op pleinen, echoot door steden. Vrouwen eisen bescherming, eisen verandering. In Nederland? Een paar opiniestukken, misschien een talkshowsegment. Maar een massale volksbeweging? Die blijft uit.
Het probleem is niet alleen de dader, maar ook de samenleving die hem mogelijk maakt. Een samenleving die mannen opvoedt om controle te eisen, en vrouwen om begrip te tonen. Een samenleving waarin het nog steeds normaal is om een vrouw ‘bitch’ te noemen als ze voor zichzelf opkomt, of waarin jaloezie wordt geromantiseerd in films en muziek.
We zouden zo graag willen geloven dat femicide iets is van ‘achterlijke landen’, van verre culturen. Maar de cijfers wijzen een andere kant op. In Frankrijk sterft bijna elke drie dagen een vrouw door partnergeweld. In Italië één per drie dagen. In Duitsland idem. Nederland staat met één per week weliswaar iets lager, maar niets om trots op te zijn.
En ja, er zijn verschillen in registratie en cultuur. Maar elke vrouw die sterft door de hand van een man is er één te veel. Of dat nu in Riyad, Parijs of Amsterdam is.
Wat ontbreekt in Nederland is niet kennis, maar actie. We weten al lang wat werkt: goed gefinancierde opvanghuizen, snelle interventie bij stalking, strengere straffen voor geweld in huiselijke sfeer, verplichte therapie voor daders, betere voorlichting op scholen, en vooral: een overheid die de ernst erkent.
Femicide is geen vrouwenprobleem, het is een maatschappelijk probleem. Het is een spiegel van onze beschaving. En die spiegel vertoont diepe barsten.
Het wordt tijd dat Nederland stopt met wegkijken. Stop met de term ‘familiedrama’. Noem het wat het is: moord. Noem het femicide. Net als in andere landen moeten we erkennen dat dit geweld niet vanzelf stopt. Het stopt pas als we het actief bestrijden, in het rechtssysteem, in de media, op straat, en thuis.
In Saoedi-Arabië mogen vrouwen sinds kort autorijden. In Nederland mogen vrouwen ‘vrij’ leven. Maar vrijheid zonder veiligheid is geen vrijheid. Pas als vrouwen in Nederland niet meer bang hoeven te zijn om te sterven door de hand van hun partner, pas dan mogen we spreken van een beschaafde samenleving.
Tot die tijd blijft elke week een vrouw doodgaan. En elke week blijft de politiek zwijgen.
Hoe lang nog?
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.