Geplaatst in

Van Klimaatactivisme naar Militantie? De Radicale Koers van Extinction Rebellion

crowd of people with placards and banners on demonstration
Photo by Centre for Ageing Better on Pexels.com

Door de jaren heen zijn sociale bewegingen vaak begonnen als idealistische golven van burgerlijke ongehoorzaamheid, met als doel het systeem van binnenuit te veranderen. Denk aan de burgerrechtenbeweging, feministische golfbewegingen of de antikernenergieprotesten. In die traditie paste ook Extinction Rebellion (XR), een groep die zich sinds haar oprichting in 2018 profileerde als geweldloos, principieel en geworteld in de wetenschap. Maar in recente jaren en maanden is er iets veranderd. Waar XR begon met vreedzame blokkades en kleurrijke protesten, schuift de beweging — of minstens delen ervan — op richting een radicalere, meer confronterende koers. Sommigen noemen het burgerlijke ongehoorzaamheid, anderen spreken al van eco-terrorisme in de dop.

Klimaatnoodtoestand als morele vrijbrief

Extinction Rebellion is ontstaan uit een diepe, oprechte bezorgdheid over het klimaat. Hun kernboodschap is helder: overheden falen systematisch in het beschermen van hun burgers tegen ecologische ineenstorting. Door het uitroepen van een “klimaatnoodtoestand” rechtvaardigen activisten acties die normale wetten overtreden. Dat begon met sit-ins, verkeersblokkades en protesten in parlementsgebouwen. Stukken vervelend voor de gemiddelde forens of Kamerlid, maar niet levensbedreigend. Sterker nog, XR sprak zich expliciet uit tegen geweld en stelde als kernprincipe dat iedereen moest kunnen deelnemen aan acties zonder schade aan te richten.

Maar sinds 2022 is een verschuiving merkbaar. De toon is verhard, de acties zijn radicaler. Op snelwegen worden banden lek gestoken van SUV’s. Kunstwerken worden bekogeld met soep, vliegvelden worden stilgelegd en infrastructuur wordt gesaboteerd. En hoewel XR zichzelf blijft positioneren als “geweldloos”, schuiven de grenzen van wat onder die noemer valt steeds verder op. Wanneer sabotage van publieke infrastructuur als “symbolisch geweld” wordt verdedigd, is het niet onredelijk om te vrezen voor wat de volgende stap zal zijn.

Radicaal in woorden én daden

Neem bijvoorbeeld de ‘Just Stop Oil’-campagne, die nauwe banden onderhoudt met XR en zelfs uit dezelfde ideologische bron put. Deze groepering drong onder meer binnen op Formule 1-circuits, plakte zichzelf vast aan kunstwerken in musea en probeerde pijpleidingen stil te leggen. Ook in Nederland zien we deze ontwikkeling. In april 2024 blokkeerden activisten opnieuw de A12, ondanks gerechtelijke verboden. De politie moest ingrijpen, wat leidde tot tientallen aanhoudingen. De juridische grens tussen burgerlijk ongehoorzaam en crimineel gedrag is daarmee flinterdun geworden.

XR zegt zelf geen terrorisme na te streven, en het is belangrijk dat onderscheid scherp te houden. Er is geen sprake van dodelijk geweld, ontvoeringen of bommen. Maar het frame waarin deze groep opereert is wél verontrustend. Er wordt gesproken over “de plicht om de wet te overtreden” wanneer de staat faalt. Dat klinkt nobel, tot het wordt uitgesproken door iemand die klaarstaat om een brug onklaar te maken of een energienetwerk plat te leggen.

Medialogica en morele immuniteit

Een andere zorgwekkende ontwikkeling is hoe media en politiek omgaan met deze radicalisering. In plaats van scherpe veroordelingen, krijgen XR-activisten vaak een podium als ware zij de morele gewetens van onze tijd. Op zich begrijpelijk — het klimaatprobleem is reëel en urgent. Maar het klakkeloos goedpraten van illegale acties onder het mom van “klimaatnoodzaak” creëert een gevaarlijke morele immuniteit. Alsof de goede bedoelingen het middel heiligen, hoe extreem ook.

De situatie doet denken aan hoe sommige nationalistische of religieus geïnspireerde groeperingen langzaam radicaliseren: eerst vreedzaam, dan polariserend, uiteindelijk militant. De ideologische rechtvaardiging is er al, het vijandbeeld ook (de fossiele industrie, politici, “de elite”). Het enige wat rest is een incident — een activist die een stap te ver gaat, een infrastructuuractie die mensenlevens kost — en de grens naar eco-terrorisme is definitief overschreden.

Wat is terrorisme?

De term ‘terrorisme’ roept heftige beelden op van geweld, bommen, extremisme. Toch is de juridische definitie veel breder. Volgens de Nederlandse wet (artikel 83a Wetboek van Strafrecht) is terrorisme “het plegen van misdrijven met het oogmerk om de bevolking ernstige vrees aan te jagen, de overheid of een internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen of niet te doen.” Leg dat naast acties die het maatschappelijk verkeer bewust ontwrichten, overheden dwingen tot onmiddellijke beleidswijzigingen en burgers gijzelen in files of zonder energievoorziening — en het ongemak groeit.

Dat betekent niet dat elke XR-demonstratie nu als terrorisme moet worden bestempeld. Maar het schuiven met morele en juridische grenzen is niet zonder risico. In de jacht op urgentie dreigt een beweging haar eigen legitimiteit te verliezen.

De uitdaging voor de democratische rechtsstaat

De uitdaging is nu dubbel. Enerzijds moet de rechtsstaat pal blijven staan: geweld en sabotage mogen niet worden genormaliseerd, ongeacht het doel. Anderzijds moeten we het klimaatprobleem serieus nemen, en erkennen dat veel activisten vanuit diepe bezorgdheid opereren. Dat vraagt om een scherp onderscheid: steun voor de boodschap, zonder stilzwijgende acceptatie van de methode.

Want hoe begrijpelijk de woede ook is, wie zich boven de wet plaatst, ondermijnt uiteindelijk het systeem dat hij wil veranderen. En als we dat toelaten, hebben we niet alleen het klimaat, maar ook onze democratische orde in gevaar gebracht.


Ontdek meer van MAYONAISE

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Deze column verscheen eerder in andere media

Ik schrijf mijn column op persoonlijke titel.

Geef een reactie

Ontdek meer van MAYONAISE

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder