Het referendum: voor de één hét toppunt van democratie, voor de ander een gevaar voor bestuurlijke stabiliteit. Sinds de afschaffing van het raadgevend referendum in 2018 is het debat hierover in Nederland nooit helemaal stilgevallen. Nu stemmen steeds vaker als ‘protestmiddel’ worden ingezet en maatschappelijke onvrede toeneemt, rijst opnieuw de vraag: moeten we het referendum weer invoeren in Nederland? Wat zijn de voordelen, wat zijn de risico’s, en kunnen we leren van een land als Zwitserland?
Wat is een referendum?
Een referendum is een vorm van directe democratie waarbij burgers zich direct mogen uitspreken over wetgeving of beleid. Er zijn verschillende vormen: bindend, waarbij de uitslag moet worden opgevolgd, en raadgevend, waarbij de uitslag geen wettelijke verplichting is, maar als zwaarwegend advies geldt.
De voordelen van een referendum
1. Meer betrokken burgers
Een referendum vergroot de directe invloed van burgers op het beleid. Kiezers voelen zich gehoord en hebben het idee dat hun stem daadwerkelijk verschil maakt. Dit kan het vertrouwen in de democratie versterken.
2. Correctie op politieke elite
Het parlement neemt besluiten namens de bevolking, maar dat gaat niet altijd vlekkeloos. Referenda kunnen dienen als correctiemechanisme, waarbij burgers ingrijpen als ze vinden dat de politiek de verkeerde koers vaart.
3. Stimuleert debat en bewustzijn
Een referendum dwingt tot publieke discussie over concrete voorstellen. Hierdoor verdiept het maatschappelijke debat zich, en raken burgers meer betrokken bij complexe politieke kwesties.
De nadelen van een referendum
1. Populisme en simplificatie
Politieke onderwerpen zijn vaak ingewikkeld. In een referendum wordt die complexiteit vaak gereduceerd tot een simpele ja/nee-vraag. Dat maakt het speelveld aantrekkelijk voor populisten die met slogans en emoties stemmen proberen te winnen.
2. De ‘waan van de dag’
Een referendum is gevoelig voor de politieke of maatschappelijke stemming op het moment van stemmen. Kiezers kunnen hun stem laten bepalen door andere issues dan waar het referendum over gaat – bijvoorbeeld als protest tegen de zittende regering.
3. Minderheid kan lijden onder meerderheidsbesluit
Bij referenda geldt het meerderheidsprincipe. Dat kan problematisch zijn voor minderheidsgroepen, wiens rechten of belangen op het spel kunnen staan zonder voldoende bescherming.
4. Verminderde rol van volksvertegenwoordiging
In een parlementaire democratie als de Nederlandse is de rol van Kamerleden cruciaal. Te veel referenda kunnen hun positie ondermijnen, wat leidt tot een verschuiving van macht naar de straat in plaats van het debat in het parlement.
Zwitserland: schoolvoorbeeld of uitzondering?
Zwitserland wordt vaak als lichtend voorbeeld van directe democratie genoemd. Daar zijn referenda ingebed in het politieke systeem. Burgers kunnen regelmatig stemmen over wetsvoorstellen, internationale verdragen en grondwetswijzigingen. Dat lijkt een droom voor democratie, maar de Zwitserse situatie is uniek.
Waarom werkt het daar wél?
- Langdurige traditie: Zwitserland kent al sinds de 19e eeuw referenda. De bevolking is gewend aan directe inspraak en politieke partijen houden er rekening mee.
- Goed gereguleerd systeem: Initiatieven moeten aan duidelijke eisen voldoen. Er is voldoende voorbereidingstijd en uitgebreide informatievoorziening.
- Politieke stabiliteit: Zwitserland kent een consensusdemocratie, waarbij coalities breed gedragen worden. Het referendum is hier geen breekijzer, maar een aanvulling.
Zou dat ook in Nederland kunnen?
Nederland heeft een andere bestuurscultuur. Ons systeem draait om representatieve democratie, met een sterke rol voor de Tweede Kamer en coalitievorming. We zijn gewend dat compromissen in de achterkamertjes worden gesmeed – niet dat het volk direct stemt over elk besluit.
Toch betekent dit niet dat referenda bij voorbaat onwerkbaar zijn. De sleutel ligt in de vormgeving: een referendum moet geen vervanger zijn van parlementaire democratie, maar een aanvulling.
Terug naar Nederland: wat is er mogelijk?
In 2005 organiseerde Nederland een raadgevend referendum over de Europese Grondwet. De uitslag – een duidelijke “nee” – werd door de politiek opgevolgd. In 2016 volgde het Oekraïne-referendum, ook raadgevend. De uitslag leidde tot veel discussie en uiteindelijk tot de afschaffing van het raadgevend referendum in 2018.
Sindsdien is er alleen nog de mogelijkheid tot een correctief bindend referendum – en ook dat is politiek omstreden. In 2023 werd een wetsvoorstel voor herinvoering nog verworpen in de Eerste Kamer.
Toch klinkt de roep om burgerinspraak luider dan ooit. Politieke partijen als D66, SP en Partij voor de Dieren pleiten voor het referendum als democratisch instrument. Andere partijen – met name VVD, CDA en PVV – zijn terughoudender of ronduit tegen.
Mogelijke vormen die wél kunnen werken in Nederland:
- Correctief referendum: Alleen toepasbaar op wetten die al zijn aangenomen, met duidelijke voorwaarden.
- Burgerinitiatief met bindend karakter: Wanneer een bepaald aantal handtekeningen wordt verzameld, moet een voorstel aan een referendum worden onderworpen.
- Referendum met drempels: Denk aan een minimale opkomstdrempel en een geldigheidsdrempel (zoals in Italië), om misbruik of lage participatie te voorkomen.
Conclusie: Democratische verdieping of politieke splijting?
Het referendum is geen tovermiddel. Het biedt een kans om democratie te verdiepen en burgers meer invloed te geven, maar kent ook duidelijke risico’s. Populisme, decomplexisering van beleid en het ondergraven van parlementaire processen liggen op de loer.
Zwitserland laat zien dat het kán werken, mits goed ingebed in een politieke cultuur die daartoe is ingericht. Voor Nederland zou dat betekenen: zorgvuldige wetgeving, duidelijke grenzen en een cultuur van politieke transparantie.
Of we daar klaar voor zijn, is de hamvraag. Maar het debat over het referendum raakt aan de kern van onze democratie: wie beslist, en op welke manier?
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.