De partij GroenLinks, inmiddels niet meer weg te denken uit het Nederlandse politieke landschap, werd in 1989 opgericht als fusiepartij. Het was een samengaan van vier progressieve, maar uiteenlopende stromingen: de Communistische Partij Nederland (CPN), de Politieke Partij Radikalen (PPR), de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) en de Evangelische Volkspartij (EVP). Wat hen bond, was de roep om sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en pacifisme. Maar onder die groene en sociale vlag leefden ook radicaal-linkse ideologieën voort, waaronder marxistische en in sommige gevallen zelfs leninistische sympathieën.
De wortels van GroenLinks liggen onmiskenbaar bij partijen die in de decennia ervoor openlijk flirtden met communistische denkbeelden. De CPN was bijvoorbeeld een uitgesproken aanhanger van het marxisme en leninisme en had diepe sympathieën voor de Sovjet-Unie tot ver in de jaren zeventig. Ook binnen de PSP en PPR leefden ideeën die volgens de gevestigde orde als radicaal of revolutionair golden. De fusie in 1989 leek aanvankelijk een pragmatische poging om een progressief blok te vormen in een tijd waarin traditionele ideologieën onder druk stonden door het einde van de Koude Oorlog. Maar met die fusie bleef ook het revolutionaire DNA van de oorspronkelijke partijen sluimerend aanwezig.
RARA en GroenLinks: Een ongemakkelijke erfenis
In de jaren tachtig en negentig was Nederland niet immuun voor politiek gemotiveerd geweld. De Revolutionaire Anti-Racistische Actie (RaRa) pleegde aanslagen op bedrijven die zaken deden met het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Hun acties waren gewelddadig: bommen, brandstichting en ernstige vernielingen. Binnen progressieve kringen werd RaRa echter niet alleen veroordeeld. In tegendeel: in en rond GroenLinks waren er sympathisanten die begrip toonden voor deze ‘strijdmiddelen’, ook al distantieerde de partijleiding zich publiekelijk van geweld.
De connecties tussen GroenLinks en RaRa zijn nooit formeel bewezen, maar in de marge van de partij, met name binnen activistische netwerken, waren er onmiskenbare raakvlakken. De strijd tegen racisme, milieuvervuiling en kapitalisme bracht mensen samen in actiegroepen waarin zowel GroenLinks-leden als RaRa-sympathisanten actief waren. Het is deze schimmige overlap tussen politieke partij en activistische netwerken die GroenLinks tot op de dag van vandaag parten speelt in het debat over radicalisering.
Extinction Rebellion: De nieuwe frontlinie
Fast forward naar het heden: Extinction Rebellion (XR) is het nieuwe strijdtoneel van klimaatactivisten. Met sit-ins, het blokkeren van snelwegen en disruptieve protesten zetten zij klimaatverandering hoog op de politieke agenda. GroenLinks omarmt deze beweging openlijk en prominent. Partijleiders prijzen XR als moedige burgers die het klimaat een stem geven. Wat ondergeschikt blijft in dat verhaal, is dat XR zelf geen geweld schuwt tegen economische belangen. Ze leggen hele steden lam, veroorzaken economische schade en deinzen er niet voor terug om via ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ het systeem te ontwrichten.
GroenLinks is niet alleen sympathisant; ze levert in veel gevallen ook actieve steun. Lokale afdelingen roepen leden op zich aan te sluiten bij XR-acties en Kamerleden verdedigen XR in het parlement met vuur. Het laat zien dat de partij niet alleen inhoudelijk, maar ook in tactiek steeds meer naar de radicaal-activistische flank beweegt.
Animal Liberation Front: De grens van extremisme
Ook op het terrein van dierenrechten begeeft GroenLinks zich dicht tegen extremistische bewegingen aan. Het Animal Liberation Front (ALF) staat bekend om radicale acties die soms meer op terrorisme dan op activisme lijken: brandstichtingen bij slachterijen, sabotage van vleestransporten en intimidatie van ondernemers.
Binnen GroenLinks bestaat er een flank die sympathie heeft voor ALF. Niet zelden worden acties van het ALF in partijkringen ‘begrepen’, hoewel openlijke steun officieel ontbreekt. Toch is er binnen de jongerenbewegingen en activistische achterban van GroenLinks ruimte voor dit soort radicale ideeën. De scheidslijn tussen morele verontwaardiging en het goedpraten van extremisme wordt steeds dunner.
Het antisemitisme-probleem
Een ander ongemakkelijk dossier is het sluimerende antisemitisme binnen bepaalde geledingen van GroenLinks. Dit speelt vooral bij leden die fel anti-Israël zijn. Het antisemitisme binnen GroenLinks manifesteert zich niet in klassieke racistische termen, maar in het steevast demoniseren van Israël en het ondersteunen van bewegingen die het bestaansrecht van Israël ter discussie stellen.
Dit heeft geleid tot diverse incidenten waarbij GroenLinks-politici zich moesten verantwoorden voor antisemitische uitingen binnen hun achterban of bij lokale fracties. Ook de nauwe banden met BDS (Boycott, Divestment and Sanctions), een beweging die door veel critici als antisemitisch wordt bestempeld, maken dat GroenLinks het label van ‘safe space’ voor antisemieten maar moeilijk van zich af kan schudden. Pogingen van de partijtop om zich hiertegen uit te spreken zijn vaak halfslachtig en missen geloofwaardigheid bij de bredere samenleving.
De fusie met de PvdA: Een leeglopende achterban
Toen GroenLinks in 2023 de stap zette naar een fusie met de Partij van de Arbeid (PvdA), was dat bedoeld als strategische versterking van links Nederland. Samen zouden ze een progressief blok vormen dat tegenwicht zou bieden aan rechts-conservatieve partijen als de VVD, PVV en BBB. Maar in werkelijkheid lijkt de fusie eerder te leiden tot een leegloop bij de PvdA, waarvan veel traditionele sociaaldemocratische kiezers zich niet kunnen vinden in de steeds radicalere koers van GroenLinks.
De PvdA was van oudsher de partij van pragmatische hervormingen, sociale zekerheid en economische stabiliteit. De kiezers voelden zich thuis bij gematigd links beleid. Nu de partij meer en meer opgaat in een GroenLinks-structuur die sympathiseert met radicale klimaatacties, dierenrechtenextremisme en activistische tactieken, druipen deze kiezers af. Peilingen laten zien dat veel PvdA-stemmers zich inmiddels oriënteren op alternatieven zoals de SP, Volt of zelfs D66, uit onvrede over de ‘vergroening’ en ‘verharding’ van hun oude partij.
Van pragmatisme naar ideologie
Waar GroenLinks ooit begon als een brede progressieve partij die idealen wilde omzetten in realistisch beleid, lijkt de partij vandaag de dag steeds meer te radicaliseren. Niet alleen in haar thema’s, maar vooral in de middelen die zij acceptabel acht. Burgerlijke ongehoorzaamheid, economische sabotage en activisme op het randje van de rechtsstaat worden niet alleen getolereerd, maar soms actief aangemoedigd.
Het beeld van GroenLinks als een partij die vanuit het parlement probeert Nederland groener en socialer te maken, is in rap tempo aan het vervagen. In plaats daarvan ontstaat er een beeld van een partij die flirt met de grenzen van de democratische rechtstaat en steeds nauwer verbonden raakt met radicale en soms gewelddadige actiegroepen.
Conclusie
GroenLinks lijkt langzaam maar zeker te verschuiven van een brede progressieve beweging naar een partij die haar activistische wortels niet langer onder tafel schuift, maar omarmt. De banden met Extinction Rebellion, de stille sympathieën voor het Animal Liberation Front, het ongemakkelijke verleden met RaRa en het onvermogen om duidelijk afstand te nemen van antisemitische uitingen binnen eigen gelederen, brengen GroenLinks op een pad dat steeds verder afwijkt van het klassieke parlementaire model.
De fusie met de PvdA lijkt ondertussen meer kiezers weg te jagen dan aan te trekken. Wat begon als een verstandshuwelijk met sociaal-democraten, dreigt nu uit te monden in een machtsverlies door ideologische vervreemding.
De vraag die zich opdringt: wordt GroenLinks de toekomst van links Nederland of de splijtzwam die het progressieve kamp verder uiteen drijft?
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.