De aankomende Tweede Kamerverkiezingen beloven een politieke aardverschuiving te worden. Het land staat op een kruispunt, met aan de ene kant de samenwerking van GroenLinks/PvdA onder de bezielende leiding van Frans Timmermans en aan de andere kant de razendsnel stijgende PVV van Geert Wilders. In de peilingen liggen ze dicht bij elkaar. Maar de implicaties van deze strijd reiken veel verder dan een simpel verschil in zetelaantallen: het gaat om de koers van Nederland, over democratie, over tolerantie, over bestaanszekerheid en over de grenzen van het toelaatbare.
Links versus (extreem)rechts
De verkiezingen zijn deze keer geen doorsnee clash tussen links en rechts. We zien iets wat we zelden meemaken: een rechts-populistische partij die op koers ligt om weer de grootste te worden, tegenover een progressieve combinatie die inzet op klimaat, solidariteit en sociale rechtvaardigheid. Wat opvalt is hoe gepolariseerd de verhoudingen zijn. Niet alleen qua standpunten, maar ook qua toekomstscenario’s: de PVV kan volgens de meeste politieke analyses alleen gaan regeren als ze in haar eentje de absolute meerderheid van 76 zetels – liefst zelfs 78 of meer – binnenhaalt. Want een groot deel van de partijen wil simpelweg niet meer met Geert Wilders samenwerken.
GroenLinks/PvdA: sociaal en duurzaam, maar bureaucratisch?
Laten we beginnen bij de combinatie GroenLinks/PvdA. Met Frans Timmermans als boegbeeld probeert links zichzelf opnieuw uit te vinden. Het is een verbond van idealisme en sociaal beleid. Timmermans staat voor Europa, voor vergroening, voor een fatsoenlijke verzorgingsstaat. Zijn plannen zetten zwaar in op verduurzaming van de economie, verbetering van de zorg, en investeringen in het onderwijs. De partij richt zich op sociale rechtvaardigheid en het aanpakken van ongelijkheid.
Maar dat idealisme heeft ook een prijs. De partij wordt vaak gezien als elitair en bestuurlijk stroperig. Mensen buiten de Randstad voelen zich niet altijd gehoord. Timmermans’ Europese achtergrond roept bij sommige kiezers argwaan op. En de klimaatplannen, hoe noodzakelijk ook, worden door tegenstanders gezien als bedreiging voor de portemonnee van de gewone Nederlander. De belastingdruk dreigt toe te nemen, en de energietransitie wordt als complex en duur ervaren.
De PVV: duidelijke taal, maar democratisch problematisch
Aan de andere kant staat Geert Wilders. Zijn PVV spreekt een heel andere taal. Kort, krachtig, direct. Geen klimaatwaanzin, geen woke-taal, geen EU-bemoeienis. Hij stelt zich op als de stem van “de gewone Nederlander”. Zijn boodschap: meer geld voor de zorg, lagere energieprijzen, minder immigratie, minder islam. Hij belooft veiligheid, controle over de grenzen en nationale soevereiniteit.
Voor veel mensen klinkt dat aantrekkelijk. Vooral kiezers die zich al jaren in de steek gelaten voelen door het politieke midden, vinden in Wilders een leider die hun frustraties vertolkt. Zijn stijl is anti-establishment, en dat resoneert. In de peilingen schiet hij omhoog.
Maar Wilders is geen gewone politicus. Zijn partij kent geen leden, geen interne democratie. Hij is de PVV. En dat zorgt voor grote zorgen. Zijn uitspraken over de islam zijn veroordeeld door de rechter. Hij wil het verbod op discriminatie schrappen uit de Grondwet. En hoewel hij zich de laatste tijd milder voordoet, zijn zijn oude standpunten – zoals het sluiten van moskeeën – nooit echt verdwenen.
En dan is er nog de vraag: met wie wil of kan Wilders regeren? VVD, NSC, BBB, JA21? Zelfs partijen die inhoudelijk deels met hem overeenkomen, willen vaak niet met hem in zee. De PVV kan dus alleen regeren als ze op eigen kracht bijna een absolute meerderheid haalt – een onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk scenario.
Tussen hoop en vrees
Deze verkiezingen zijn niet alleen een keuze tussen links en rechts, maar tussen verschillende werkelijkheden. GroenLinks/PvdA spreekt een taal van samenwerking, solidariteit, Europese verbondenheid. De PVV staat voor nationale autonomie, bescherming van eigen volk en cultuur, en een scherpe beperking van immigratie.
Het tragische is dat beide kampen problemen adresseren die écht bestaan. Er is woningnood, de zorg kraakt, de koopkracht staat onder druk, en veel mensen voelen zich niet gehoord. Maar de oplossingen verschillen radicaal. Links wil herverdelen, investeren, vergroenen. Rechts wil grenzen dicht, minder overheid, minder regels.
De rest van het speelveld
Tussen deze twee polen ligt een breed midden dat wankelt. De VVD is op drift geraakt na Rutte, en lijkt vooral bezig met schadebeperking. En de BBB? Die lijkt nu vooral een plattelandspartij zonder duidelijke koers op nationaal niveau.
Wat staat er op het spel?
Wat op het spel staat is veel meer dan zetelaantallen. Het gaat om vertrouwen in de politiek, in de rechtsstaat, in elkaar. Wilders belooft een harde schoonmaak, maar wie bepaalt wat “schoon” is? Timmermans belooft hoop en herstel, maar kan hij voldoende kiezers meekrijgen zonder de angst van de samenleving te onderschatten?
De verkiezingen van dit jaar kunnen het politieke landschap voorgoed veranderen. Als de PVV de grootste wordt maar niet kan regeren, ontstaat er een nieuwe patstelling. Als GroenLinks/PvdA wint maar geen meerderheidscoalitie weet te vormen, dreigt links morrend aan de zijlijn te blijven staan. En wie weet wat dat met het vertrouwen van kiezers doet?
De keuze is aan ons
We staan op een kantelpunt. Willen we een koers van radicale verandering met onvoorspelbare gevolgen, of een weg van geleidelijke vernieuwing en samenwerking? Willen we een leider die zich buiten de regels plaatst, of een leider die het spel volgens de regels wil veranderen?
De kiezer is aan zet. En wat er ook gebeurt, één ding is zeker: Nederland zal na deze verkiezingen niet meer hetzelfde zijn.
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.