Efteling
Foto: Efteling

Een dagje Efteling als symbool: Wat 150.000 euro zegt over onze samenleving

In het hart van Nederland, tussen de kronkelende paden van de Efteling waar sprookjes tot leven komen, ontvouwde zich deze maand een maatschappelijk verhaal dat niets met elfjes en draken te maken heeft, maar alles met menselijkheid, leiderschap en een groeiende polarisatie rond vluchtelingenbeleid. Wat begon als een beleidsbesluit van een minister, mondde uit in een burgerinitiatief dat meer dan 150.000 euro opbracht – geld bedoeld om jonge asielzoekers tóch het plezier van een dagje uit te gunnen. Het is een casus die het verdient om niet alleen via sociale media gedeeld te worden, maar ook op directieniveaus besproken.

Efteling

De aanleiding is inmiddels bekend: minister Faber, van Immigratie en Asiel, besloot dat jonge asielzoekers niet langer op uitjes naar attractieparken als de Efteling mogen. De reden? Volgens de minister past het niet binnen de sobere opvang die het kabinet voor ogen heeft. Asielzoekers komen immers niet naar Nederland “voor hun plezier”, zoals ze het zelf verwoordde. Met deze uitspraak ontnam ze niet alleen een groep kwetsbare kinderen een zeldzaam moment van ontspanning, maar activeerde ze ook een collectief moreel besef bij duizenden Nederlanders.

De reactie liet niet lang op zich wachten. Journalist en programmamaker Tim Hofman startte vrijwel direct een crowdfundingsactie om het verbod symbolisch te ondermijnen. Binnen enkele dagen stond de teller op meer dan anderhalve ton. Niet alleen werd het beoogde bedrag gehaald – het werd ruimschoots overtroffen. In totaal doneerden ruim 11.000 mensen. Hun boodschap was duidelijk: kinderen zijn kinderen, ongeacht hun herkomst. En kinderen horen ook kind te kunnen zijn, al is het maar voor één dag.

Beleidslijnen versus belevingswereld

De beslissing van minister Faber past in een bredere beleidslijn waarbij het verblijf van asielzoekers in Nederland zo sober mogelijk moet zijn. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) voert dit beleid uit en zag zich – tot frustratie van veel medewerkers – gedwongen om geplande uitjes te annuleren. Die frustratie komt voort uit een pijnlijk spanningsveld: medewerkers en vrijwilligers die dagelijks met deze kinderen werken, weten wat een dagje uit kan betekenen voor hun welzijn. Ze weten hoe helend lachen kan zijn, hoe belangrijk het is om even kind te kunnen zijn in een leven dat vaak getekend is door trauma, onzekerheid en wachten.

Tegenover deze praktijkkennis staat een politieke werkelijkheid waarin symboolpolitiek soms belangrijker lijkt dan humane logica. Een dagje Efteling wordt geen kinderuitje meer, maar een nationaal debat. Een speeltuin wordt een strijdtoneel. En waar kinderen in andere gezinnen met enthousiasme toeleven naar de zomer, worden hun leeftijdsgenoten in asielzoekerscentra onderwerp van beleidsnota’s, kamervragen en krantenkoppen.

De kracht van publiek leiderschap

Wat deze situatie zo opvallend maakt, is niet alleen de scherpe tegenstelling tussen overheid en burger, maar vooral het leiderschap dat vanuit onverwachte hoeken werd getoond. Tim Hofman – geen politicus, geen bestuurder, geen ambtenaar – wist met zijn actie iets te bereiken wat beleidsmakers vaak niet lukt: verbinding. Hij gebruikte zijn bereik, zijn netwerk en zijn empathie om mensen te mobiliseren. Geen grote woorden, geen partijprogramma’s, maar een concrete oproep: “Zullen we gewoon zorgen dat deze kinderen wél naar de Efteling kunnen?”

Daarin schuilt een les die ook voor bestuurders en CEO’s relevant is. In tijden van maatschappelijke spanning is zichtbaar leiderschap van groot belang. En dat leiderschap hoeft niet altijd van bovenaf te komen. In dit geval kwam het van onderop, uit de samenleving zelf. Juist dat maakt het krachtig.

Waarom het bedrijfsleven dit niet mag negeren

Wat heeft dit met het bedrijfsleven te maken, vraagt u zich misschien af? Alles. Want dit verhaal is niet alleen een politiek relletje of een sociale media hype. Het is een spiegel. Het toont hoe snel beleid kan botsen met publieke waarden. Het laat zien dat inclusiviteit, empathie en sociale betrokkenheid geen abstracte idealen zijn, maar concrete verwachtingen. Van burgers, van medewerkers, van klanten.

Bedrijven die vandaag leiderschap tonen, zijn bedrijven die niet wegkijken als overheidsbeleid wringt met morele intuïties. Juist op het gebied van maatschappelijke betrokkenheid liggen kansen voor organisaties om betekenisvol te zijn. Dat hoeft niet altijd in de vorm van miljoenenprojecten of grote campagnes. Soms is een eenvoudig gebaar – een samenwerking met lokale opvangcentra, een donatie aan een initiatief, een uitnodiging aan kinderen voor een bedrijfsdag – genoeg om verschil te maken.

Bovendien zijn jonge generaties werknemers en consumenten niet blind voor maatschappelijke thema’s. Ze volgen de ontwikkelingen, nemen standpunten in en kiezen hun werkgevers en merken steeds vaker op basis van waarden. Wie daarin niet meebeweegt, riskeert relevantie te verliezen.

De symboliek van de Efteling

Waarom raakt dit onderwerp zo diep? Omdat het om kinderen gaat. Omdat het om sprookjes gaat. Omdat we allemaal weten hoe het voelt om als kind ergens naar uit te kijken, en hoe hard het kan aankomen als dat ene uitje niet doorgaat. De Efteling is in dit verhaal niet zomaar een pretpark. Het is symbool geworden voor alles wat we kinderen gunnen: een moment van zorgeloosheid, van plezier, van veiligheid.

Minister Faber heeft het recht om beleid te maken. Maar beleid is geen spreadsheet. Het raakt mensen. En als de samenleving massaal in protest komt tegen een maatregel, dan is dat geen ruis, maar een signaal. Een signaal dat er grenzen zijn aan soberheid. Dat menselijkheid niet mag sneuvelen onder politieke statements. Dat kinderen niet mogen boeten voor volwassen discussies.

Wat nu?

De vraag is wat we met dit signaal doen. De crowdfundingsactie heeft meer dan voldoende geld opgehaald om honderden kinderen een fantastische dag te bezorgen. Maar dat is slechts het begin. De grotere uitdaging is hoe we omgaan met de groeiende spanning tussen politiek beleid en publieke moraal. Hoe voorkomen we dat kinderen steeds weer de dupe worden van beleid dat hen nauwelijks erkent als volwaardige burgers in wording?

Misschien is dit een kans. Een kans om niet alleen deze kinderen een dagje Efteling te geven, maar ook de samenleving een les in empathie. Om het gesprek aan te gaan binnen organisaties, scholen, gemeenten en bedrijven. Wat betekent verantwoordelijkheid vandaag de dag? Welke rol speelt medemenselijkheid in ons leiderschap? Hoe kunnen we bijdragen aan een Nederland waarin kinderen – álle kinderen – gezien worden?

Slotgedachte

Een dagje Efteling verandert de wereld niet. Maar het verandert wél de wereld van een kind. En soms is dat genoeg. De 150.000 euro die Nederlanders samenlegden, is geen protestgeld. Het is liefdesgeld. Het is een investering in hoop, in verbinding, in een samenleving die zich niet laat afstompen.

En voor iedere bestuurder, CEO of leider die zich afvraagt of dit soort verhalen relevant zijn voor de boardroom: dit is de boardroom. Want dit zijn de verhalen die bepalen hoe onze medewerkers zich voelen, hoe onze klanten kijken naar onze merken, en hoe onze samenleving zich vormt.

Een kind dat lacht in de Efteling, is een klein teken dat we nog weten wat ertoe doet.


Ontdek meer van MAYONAISE

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Laat een reactie achter

Reacties

Nog geen reacties. Waarom begin je de discussie niet?

Geef een reactie