white water boat
Photo by Julius Silver on Pexels.com

De Nieuwe Muur: Hoe de Wereld Zich Herorganiseert Tegen Amerikaans Protectiebeleid

De wereldeconomie lijkt steeds meer op een schaakbord waarop grootmachten hun stukken strategisch herschikken. Waar globalisering ooit als de weg vooruit werd geprezen, groeit nu het wantrouwen. In de schaduw van Amerika’s hernieuwde economische nationalisme groeit wereldwijd een tegenreactie. Landen zoeken elkaar op, niet langer enkel uit economische overwegingen, maar ook vanuit geopolitieke noodzaak. BRICS-landen versterken hun samenwerking, Aziatische economische giganten tasten af hoe ze hun belangen kunnen verdedigen, en nieuwe allianties ontstaan—allemaal als antwoord op een VS die haar markt beschermt alsof het een fort is.

De recente economische koerswijziging van de Verenigde Staten is niet subtiel geweest. Sinds de pandemie heeft Amerika een duidelijk signaal afgegeven: het beschermen van de binnenlandse markt is belangrijker dan internationale handelsovereenkomsten. Met programma’s zoals de Inflation Reduction Act en de Chips and Science Act, worden bedrijven verleid—of zelfs verplicht—om productie terug naar Amerika te halen. Buitenlandse bedrijven die toegang willen tot de Amerikaanse markt, worden steeds vaker geconfronteerd met importtarieven of subsidieregels die enkel gelden voor binnenlandse productie.

Neem de halfgeleiderindustrie, een kernsector in de geopolitieke strijd. Taiwan en Zuid-Korea, leiders in deze markt, bevinden zich in een lastige positie. Amerika wil dat hun nationale kampioenen, zoals TSMC en Samsung, fabrieken bouwen op Amerikaans grondgebied. Enerzijds biedt dit toegang tot miljarden aan Amerikaanse subsidies, anderzijds betekent het een verlies aan strategische autonomie voor deze landen. China, dat al jaren inzet op technologische onafhankelijkheid, ziet de Amerikaanse koers als een directe bedreiging en versnelt zijn eigen investeringen in binnenlandse chipproductie.

Wat we nu zien, is een wereld waarin economische blokvorming opnieuw actueel is. De BRICS-landen—Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika—zijn hierin voorloper. Wat ooit begon als een losse club van opkomende economieën, lijkt nu uit te groeien tot een serieus tegenwicht. BRICS zoekt uitbreiding met landen als Iran, Argentinië en Saudi-Arabië. Hun doel? Een multipolaire wereldorde waarin de Amerikaanse dominantie wordt doorbroken, ook op economisch vlak.

De inzet van deze nieuwe blokvorming is hoog. In een wereld waarin Amerika bedrijven dwingt om binnen haar grenzen te investeren, zoeken andere landen naar manieren om hun onderlinge afhankelijkheid te vergroten. China en Rusland zetten in op handel in lokale valuta om de afhankelijkheid van de dollar te verminderen. India bouwt aan nieuwe economische corridors met het Midden-Oosten. En in Zuidoost-Azië ontstaat een groeiende bereidheid om handelsovereenkomsten buiten de invloedssfeer van Washington te sluiten.

Importtarieven worden weer een geopolitiek wapen. Waar ze ooit werden gezien als ouderwets en schadelijk voor wereldwijde groei, zijn ze nu een instrument om economische druk uit te oefenen. De Europese Unie, ooit een bastion van vrijhandel, staat nu ook onder druk om meer “strategische autonomie” na te streven. Europese leiders spreken steeds vaker over het belang van eigen chipproductie, batterijtechnologie en grondstoffenvoorziening. Frankrijk en Duitsland dringen aan op een Europees antwoord op het Amerikaanse subsidiebeleid.

Deze ontwikkeling roept fundamentele vragen op over de toekomst van de wereldeconomie. Keren we terug naar een wereld van economische blokken, waarin handel primair plaatsvindt binnen bevriende regio’s? Wordt globalisering vervangen door regionalisering? Of bevinden we ons in een tijdelijke fase van herpositionering, waarna een nieuw evenwicht ontstaat?

Eén ding is duidelijk: de naïviteit van het vrije marktdenken heeft plaatsgemaakt voor een meer realistisch, zo niet cynisch, wereldbeeld. Economie is politiek geworden, en politiek is steeds vaker een strijd om economische invloed. Amerika speelt dit spel met harde hand, en de rest van de wereld voelt zich genoodzaakt te reageren. Niet uit ideologische overtuiging, maar uit zelfbehoud.

China is hierin de centrale speler. Met haar Belt and Road Initiative heeft het land al een schaduw van economische invloed over delen van Azië, Afrika en Europa gelegd. Nu gebruikt het haar omvangrijke thuismarkt als lokaas voor bedrijven die zich willen onttrekken aan de Amerikaanse greep. Tegelijkertijd bouwt China gestaag aan eigen technologische infrastructuur. Het doel is helder: economische onafhankelijkheid én geopolitieke invloed.

Zuid-Korea en Taiwan bevinden zich in een spagaat. Enerzijds zijn ze bondgenoten van Amerika, anderzijds zijn ze sterk afhankelijk van de Chinese markt én hun eigen technologische voorsprong. De druk om kant te kiezen wordt met de dag groter. In Seoul en Taipei groeit het besef dat hun strategische positie zowel een voordeel als een risico is. Ze worden hofleveranciers in een strijd die zijzelf niet hebben gekozen.

De komende jaren zullen bepalend zijn. Als landen als Indonesië, Turkije, Nigeria en Mexico zich aansluiten bij de nieuwe economische blokken, ontstaat er een wereldkaart die fundamenteel anders is dan die van twintig jaar geleden. De lijnen van globalisering zullen niet verdwijnen, maar ze worden dikker binnen blokken en dunner tussen rivalen.

Wat rest is de vraag of dit nieuwe systeem stabiel kan zijn. Economische samenwerking op basis van gedeelde belangen klinkt logisch, maar in de praktijk zijn die belangen vaak vluchtig. Wat vandaag een bondgenootschap is, kan morgen een concurrentiestrijd worden. Het is een wereld vol tijdelijke allianties, waarin vertrouwen een schaars goed is.

Toch lijkt deze trend voorlopig niet te keren. Zolang Amerika haar industrie beschermt met harde grenzen en harde subsidies, zullen andere landen alternatieven zoeken. De globalisering zoals we die kenden—grenzeloos, optimistisch, verbonden—is aan het verdwijnen. In haar plaats komt een wereld die realistischer is, maar ook gevaarlijker. Een wereld waarin economische samenwerking plaatsmaakt voor economische overleving.

Of dat uiteindelijk tot meer stabiliteit of meer conflict leidt, durft niemand met zekerheid te zeggen. Maar één ding is zeker: de tijd van naïef vertrouwen in de vrije markt is voorbij. We leven in het tijdperk van het economisch blok, en de strijd om wie het grootste blok vormt, is nog maar net begonnen.


Ontdek meer van MAYONAISE

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Laat een reactie achter

Reacties

Nog geen reacties. Waarom begin je de discussie niet?

Geef een reactie