In de weken en maanden na de moord op Pim Fortuyn in 2002 werd een zinsnede een politieke leuze: “De kogel kwam van links.” Een uitspraak die door Fortuyn-aanhangers werd gebruikt om niet alleen de dader, Volkert van der Graaf, aan te wijzen, maar ook om een bredere ideologische schuldvraag te stellen: was het linkse gedachtegoed, dat Fortuyn wegzette als gevaarlijk en fascistisch, niet medeverantwoordelijk?
De zin werd een politiek wapen. En dat is het gebleven. Tot op de dag van vandaag wordt “de kogel kwam van links” op Twitter (of X) gedeeld bij elke grimmige escalatie, bij elke protestactie waar klimaatactivisten of antifascisten de straat op gaan. Maar klopt het nog wel? Of eigenlijk beter: klopte het ooit?
Want de geschiedenis laat een ander, genuanceerder, en soms zelfs omgekeerd beeld zien. Politieke moorden komen van links én van rechts. Maar wie het hele veld overziet, moet erkennen: in deze eeuw komt de dodelijke dreiging steeds vaker van extreemrechts.
Fortuyn en de linkse reflex
De moord op Pim Fortuyn was zonder twijfel een politieke moord. Volkert van der Graaf verklaarde dat hij handelde om “de zwakkeren in de samenleving” te beschermen. Fortuyns ideeën over immigratie en islam zag hij als gevaarlijk. Zijn daad werd direct veroordeeld door links én rechts, maar de schade was blijvend. Niet alleen verloor Nederland een markant politicus, ook het vertrouwen in een eerlijk politiek debat kreeg een klap. De kogel kwam letterlijk van links, maar figuurlijk waren de gevolgen breed.
Sindsdien hebben veel rechtse politici dit incident ingezet als bewijs voor de vermeende gewelddadigheid van links. Maar hoe eerlijk is dat beeld?
De kogels van rechts
De grootste politieke aanslag in Europa van deze eeuw kwam zonder enige twijfel van uiterst rechts. Op 22 juli 2011 opende Anders Behring Breivik in Noorwegen het vuur op een eiland vol jonge sociaaldemocraten van de Arbeiderspartij. 69 jongeren werden vermoord, onder wie kinderen van 14 en 15 jaar. Daarvoor had hij in Oslo al een bom laten ontploffen, waarmee hij acht mensen doodde.
Breivik handelde vanuit een extreemrechts, anti-islamitisch en anti-marxistisch wereldbeeld. Hij zag de jongeren op Utøya als toekomstige “verraders” die Europa zouden overleveren aan de islam. De kogel kwam van rechts. En het waren linkse jongeren die stierven.
Deze moordpartij werd vaak vergoelijkt of genegeerd door delen van de rechtse media. In plaats van zich af te vragen hoe het zo ver had kunnen komen, werden parallellen getrokken met psychoses en een ‘losgeslagen individu’. Maar de ideologie achter zijn daad was glashelder en breed gedeeld op extreemrechtse fora.
Amerika: Democraten als doelwit
Ook in de Verenigde Staten zien we een verontrustende verschuiving. Afgelopen week nog werden twee Democratische campagnevrijwilligers doodgeschoten in een staat waar politiek geweld en wapens steeds vaker hand in hand gaan. De precieze motieven van de dader zijn nog onderwerp van onderzoek, maar het past in een trend.
In 2017 schoot een extreemrechtse complotdenker in Las Vegas 60 mensen dood en verwondde er honderden. De FBI meldde dat de meeste binnenlandse terroristische dreiging in de VS tegenwoordig uit extreemrechtse hoek komt. Denk aan QAnon-aanhangers, Proud Boys, Oath Keepers, en anderen die geloven dat geweld nodig is om ‘hun land terug te pakken’.
De moord op Els Borst: een vergeten waarschuwing
En dan is er de moord op voormalig D66-minister Els Borst in 2014. Jarenlang werd gedacht dat het een verwarde man betrof. Later bleek dat haar moordenaar, Bart van U., handelde vanuit religieus-fundamentalistische motieven. Borst had als minister de euthanasiewet door de Kamer geloodst, iets dat hij als “zondig” beschouwde.
Hoewel Van U. niet paste in een klassiek politiek spectrum, waren zijn motieven anti-liberaal, conservatief, religieus fanatiek — kenmerken die eerder passen in een rechts-autoritaire dan een linkse ideologie. Toch verdween deze moord snel uit het collectieve geheugen, als ware het een spijtig incident van een geesteszieke. Maar ook hier geldt: ideologie speelde een rol.
Politiek geweld is niet ideologisch exclusief
Het is verleidelijk om politiek geweld toe te wijzen aan ‘de ander’. Links beschuldigt rechts van fascisme en onderdrukking, rechts beschuldigt links van indoctrinatie en culturele ondermijning. Maar wie geweld pleegt, doet dat zelden in naam van de ander.
Linkse terreur bestaat zeker. Denk aan de RAF in Duitsland in de jaren ’70, of aan de Animal Liberation Front-activisten die bedrijven in brand staken. Maar in de afgelopen decennia is het extreemrechtse geweld in Europa en Noord-Amerika veel dodelijker gebleken.
Een overzicht van Europol laat zien dat de meeste terroristische aanslagen van de afgelopen vijf jaar uit extreemrechtse hoek komen, gevolgd door religieus geïnspireerde motieven. Extreemlinkse aanslagen zijn zeldzamer, kleinschaliger en meestal gericht op eigendom in plaats van personen.
Het gevaar van simplificatie
“De kogel kwam van links” is een slogan die een complexe realiteit reduceert tot een strijdkreet. Het is waar dat Fortuyn werd vermoord door een links gemotiveerde extremist. Maar het is evenzeer waar dat tientallen anderen sindsdien zijn vermoord door rechts gemotiveerde daders.
Door politiek geweld te monopoliseren — ofwel links óf rechts de schuld te geven — missen we de kans om het echte probleem aan te pakken: de polarisatie die leidt tot radicalisering. De toenemende acceptatie van complottheorieën, het demoniseren van politieke tegenstanders, het wegzetten van de ander als ‘landverrader’ of ‘klimaatfascist’ creëert een voedingsbodem waar extremisten zich thuis voelen.
Politici als doelwit
In Nederland zijn er de afgelopen jaren meerdere bedreigingen geuit tegen politici van alle kleuren. Caroline van der Plas, Sylvana Simons, Geert Wilders, Sigrid Kaag, Jesse Klaver — ze kregen allemaal beveiliging. De kogels mogen (nog) niet gevallen zijn, maar de dreiging is reëel. En ze komt van alle kanten.
Als we niet oppassen, wordt politiek geweld genormaliseerd. Als we blijven spreken in termen als “de kogel kwam van links” of “rechts is altijd gewelddadig”, zetten we de deur open voor meer extremisme. Want de volgende kogel — die komt misschien van iemand die alleen nog maar zwart-wit denkt.
Conclusie
Politiek geweld is geen monopolie van één kant van het spectrum. De geschiedenis van de afgelopen decennia laat zien dat zowel extreemlinks als extreemrechts in staat zijn tot gewelddadige daden. Maar de trend is duidelijk: de dodelijkste aanvallen, de grootste dreiging in het Westen, komt steeds vaker uit extreemrechtse hoek.
Wie dat negeert, uit gemak of politiek gewin, draagt bij aan het probleem. En wie blijft herhalen dat “de kogel van links kwam”, zonder de kogels van rechts te erkennen, speelt met vuur.
Want kogels kennen geen ideologie. Alleen slachtoffers.
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.