Winterswijk, een ogenschijnlijk rustig dorp in de Achterhoek, werd de afgelopen maanden het toneel van angst, opruiing en geweld. Een gemeente waar men elkaar normaal bij naam kent, waar het leven zich afspeelt tussen de markt, de bakker en het voetbalveld. Maar nu is Winterswijk een plek geworden waar politici zich niet meer veilig voelen, waar ramen sneuvelen, auto’s in brand worden gestoken, en raadsleden worden bedreigd vanwege een besluit over de opvang van minderjarige asielzoekers. En dat allemaal gevoed door leugens, misinformatie en kwaadwillende opruiers.
De aanleiding was de komst van een groep minderjarige meisjes die in Winterswijk zouden worden opgevangen. Een humaan besluit, zou je denken, want deze kinderen, vaak gevlucht voor oorlog, geweld of onderdrukking, verdienen een veilige plek. Maar in Winterswijk bleek een andere werkelijkheid te ontstaan, niet die van opvang en zorg, maar die van angst en haat.
Opruiers grepen hun kans. In chatgroepen, op sociale media, en in de wandelgangen werd het verhaal doelbewust verdraaid: “Er komen niet alleen meisjes, ook jongens!” Een uitspraak zonder enige feitelijke grond, maar het vuur was aangestoken. Wat begon met geruchten, groeide uit tot georganiseerde weerstand, gevoed door valse informatie en een diepgewortelde angst voor het onbekende.
De emoties laaiden snel op. Er verschenen spandoeken in het dorp, boze burgers verzamelden zich bij bijeenkomsten, en de gemeenteraad moest vergaderen onder politiebescherming. Toen dat niet genoeg bleek, werden auto’s in brand gestoken, woningen van betrokken ambtenaren en raadsleden beklad, en ruiten ingegooid. Sommige raadsleden zagen zich zelfs genoodzaakt om tijdelijk onder te duiken. Wat ooit een politiek vraagstuk was, werd in Winterswijk een veiligheidscrisis.
Wat opvalt, is hoe snel feiten werden overschreeuwd door leugens. De gemeente communiceerde dat het uitsluitend om minderjarige meisjes ging. Er was geen sprake van de komst van jongens. Er waren documenten, er waren cijfers, er waren verklaringen van de instanties. Toch hielden de opruiers vol. Feiten waren niet langer van belang. Het enige dat nog telde, was het creëren van onrust en het aanwakkeren van wantrouwen richting de overheid.
De situatie in Winterswijk laat zien hoe kwetsbaar een gemeenschap is wanneer leugens de overhand krijgen. Een handvol mensen, met genoeg invloed en sociale media als wapen, kan in korte tijd een hele gemeente op zijn kop zetten. De politiek wist zich geen raad. Burgemeester, wethouders en raadsleden balancerend tussen de plicht om besluiten uit te voeren en de angst voor escalatie.
Wat hier in essentie speelt, is de groeiende kloof tussen overheid en burger. Winterswijk is geen uitzondering, maar een symptoom van iets groters. In heel Nederland zien we dat wantrouwen richting de overheid groeit. Soms terecht, vaak gevoed door complottheorieën, verkeerde aannames of doelbewuste desinformatie. En die voedingsbodem wordt steeds vruchtbaarder. Politici worden steeds vaker geconfronteerd met intimidaties, bedreigingen en geweld. Het lokale bestuur, ooit het meest nabije gezicht van de democratie, verandert in een schietschijf.
Het meest schrijnende aan het verhaal in Winterswijk is dat het hier gaat om minderjarige meisjes die hoopten in een veilige omgeving te kunnen herstellen van hun trauma’s. In plaats daarvan werden zij het middelpunt van een opgeklopte angstcampagne. Een campagne die uiteindelijk niets met hen te maken had, maar alles met binnenlandse onvrede, racisme, en de behoefte van sommige mensen om hun frustraties op een makkelijk doelwit te richten.
De vraag is hoe we dit tij kunnen keren. Hoe kan een gemeente als Winterswijk zich wapenen tegen de macht van leugens? Hoe voorkom je dat politici het zwijgen wordt opgelegd door intimidatie? Hoe bescherm je de lokale democratie als die onder vuur komt te liggen?
De oplossing ligt niet in het harder optreden alleen. Ja, brandstichting, vernieling en bedreiging moeten onvoorwaardelijk worden bestraft. Maar er is meer nodig. Open communicatie, snelle en transparante informatievoorziening, en bovenal het bouwen aan vertrouwen. Mensen moeten zich gehoord voelen voordat ze in de armen van opruiers vallen.
Bovendien is het zaak dat landelijke en lokale politici samen optrekken om deze patronen te doorbreken. Winterswijk is niet uniek – zie Ter Apel, Budel, en andere plaatsen waar opvanglocaties doelwit werden van desinformatie en geweld. Dit is een landelijk probleem dat vraagt om landelijke oplossingen, ondersteund door lokale daadkracht.
Het drama in Winterswijk laat pijnlijk zien hoe snel een gemeenschap kan ontsporen wanneer de waarheid wordt weggevaagd door leugens. Het is aan ons allemaal, politici, media én burgers, om te zorgen dat de feiten weer boven komen drijven. Want als angst en leugens regeren, is niemand meer veilig – zelfs niet in een dorp waar het ooit zo vredig was.
Waardeer deze column met een kleine donatie
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.