Er was een tijd waarin de Verenigde Staten van Amerika met enige vanzelfsprekendheid werden gezien als de beschermer van de wereldorde. Na de Tweede Wereldoorlog bouwde Amerika, met zijn economische macht, militaire overmacht en morele superioriteit, een reputatie op als de leider van het vrije Westen. De NAVO, het Marshallplan, de wederopbouw van Europa en Japan – het waren tastbare bewijzen van Amerika’s leidende rol in het bevorderen van stabiliteit en vrede. Maar die tijd lijkt steeds verder achter ons te liggen.
In het tweede kwart van de 21ste eeuw is de wereld in beweging, en die beweging gaat in een richting waarin Amerika steeds minder lijkt op de beschermer, en steeds meer op een twijfelende reus, verscheurd tussen binnenlandse verdeeldheid, geopolitieke keuzes en tanend moreel leiderschap. De recente opkomst van isolationisme, de groeiende invloed van rivalen als China, en brandhaarden als Gaza en Oekraïne vormen het decor van Amerika’s tanende invloed als vredesgarant.
De Trump-doctrine: van wereldleider naar eilandstaat
De terugtrekking van Amerika uit haar traditionele rol begon niet gisteren. Onder president Donald Trump werden de contouren van een fundamentele koerswijziging zichtbaar. “America First” werd het motto – een slogan die enerzijds het patriotisme van velen aansprak, maar anderzijds ook het begin markeerde van een Amerika dat minder geneigd was internationale verdragen te respecteren of militaire allianties als de NAVO serieus te nemen.
Trump stelde openlijk de waarde van NAVO ter discussie en noemde bondgenoten “profiteurs”. Hij trok zich terug uit het klimaatakkoord van Parijs en uit het Iran-akkoord (JCPOA), wat niet alleen gevolgen had voor het Midden-Oosten, maar ook voor het vertrouwen dat bondgenoten in Amerika stelden. De boodschap was helder: Amerika wilde geen wereldpolitieagent meer zijn, en als het al zou optreden, dan moest dat in dienst staan van directe Amerikaanse belangen.
De nasleep van Trumps presidentschap werkt nog altijd door. Figuren als J.D. Vance, een uitgesproken isolationist en mogelijke running mate van Trump voor 2024, versterken dit geluid. Vance stelde onlangs in een interview dat Amerika zich niet moet bemoeien met “eeuwenoude conflicten in Europa” – een duidelijke verwijzing naar de oorlog in Oekraïne. Zulke uitspraken ondergraven niet alleen de Amerikaanse steun aan Oekraïne, maar zaaien ook twijfel binnen Europa: kunnen we de VS nog vertrouwen?
Oekraïne: het breekpunt van Amerikaans moreel gezag
De Russische inval in Oekraïne in februari 2022 was een van de grootste lakmoesproeven voor het Amerikaanse leiderschap sinds de Koude Oorlog. Aanvankelijk kwam de reactie krachtig: wapens, sancties tegen Rusland, diplomatieke steun aan Kyiv. President Biden noemde het een strijd tussen democratie en autocratie, en positioneerde Amerika opnieuw als wereldwijde leider.
Maar naarmate de oorlog voortduurt, groeit in de VS de vermoeidheid. Het Congres had moeite met het goedkeuren van nieuwe steunpakketten, mede door druk van de Republikeinse fractie waar Trump-aanhangers de overhand krijgen. Ondertussen gebruikt Vladimir Poetin de Amerikaanse verdeeldheid handig in zijn voordeel. De Russische president hoeft slechts te wachten tot de westerse steun opdroogt – een scenario dat reëel wordt als Trump terugkeert in het Witte Huis.
Amerika’s onbetrouwbaarheid in deze oorlog staat symbool voor een bredere erosie van vertrouwen. Voor Oost-Europese landen als Polen en de Baltische staten is dit reden tot zorg. Als Amerika Oekraïne laat vallen, wie volgt dan?
Gaza en het Midden-Oosten: dubbele standaarden
Ook in het Midden-Oosten is het morele gezag van de VS tanende. De oorlog tussen Israël en Hamas in Gaza heeft opnieuw een diepe kloof blootgelegd tussen Amerikaanse belangen en internationale normen. Terwijl de wereld geschokt toekeek naar het humanitaire drama in Gaza, bleef de Amerikaanse regering vrijwel onvoorwaardelijke steun geven aan Israël – ondanks toenemende burgerdoden en verwoestingen.
Deze houding voedt het narratief in veel Arabische landen dat Amerika geen eerlijke bemiddelaar is, maar een partijdige actor. Zelfs bondgenoten als Jordanië en Egypte spraken hun frustratie uit. In de bredere moslimwereld wordt Amerika steeds vaker gezien als een actor die vrede predikt, maar selectief optreedt op basis van geopolitieke voorkeuren.
De ironie is dat deze houding precies het soort instabiliteit voedt dat Amerika zegt te willen bestrijden. Radicale groeperingen gedijen bij percepties van onrecht en dubbele standaarden. De Amerikaanse steun aan Israël, zonder stevige druk op het land om zich aan het internationaal recht te houden, maakt vrede in de regio niet waarschijnlijker – integendeel.
China: de nieuwe wereldmacht wacht geduldig
Terwijl Amerika worstelt met haar positie, bouwt China gestaag verder aan een alternatief wereldmodel. Met initiatieven zoals het Belt and Road Initiative, militaire samenwerking met Rusland en groeiende invloed in Afrika en Zuid-Amerika, stelt China zich op als de pragmatische tegenpool van het vaak moralistisch ingestelde Amerika.
Peking hoeft geen wereldorde op morele gronden te verdedigen – het biedt infrastructuur, investeringen en stabiliteit zonder zich te bemoeien met binnenlandse politiek. Voor veel landen in het Zuiden is dit aantrekkelijk. In hun ogen is China een betrouwbare partner, terwijl Amerika steeds vaker als hypocriet en onbetrouwbaar wordt gezien.
Bovendien bouwt China aan een eigen machtsblok. In internationale fora zoals BRICS en de Shanghai Cooperation Organisation (SCO) ontstaat een wereld waar Amerika nauwelijks invloed heeft. Als het huidige pad doorzet, wordt China binnen tien jaar de dominante economische macht, en wellicht ook de belangrijkste diplomatieke speler.
Europa: ontwaken uit de Amerikaanse droom
Binnen Europa groeit het besef dat men minder afhankelijk moet worden van de VS. De oorlog in Oekraïne heeft dit proces versneld. Frankrijk pleit al langer voor een “strategische autonomie”, terwijl Duitsland sinds kort fors investeert in zijn krijgsmacht. Zelfs in traditioneel neutrale landen als Zweden en Finland is de dreiging van Russische expansie reden om NAVO-lidmaatschap te zoeken – een NAVO die niet langer vanzelfsprekend onder Amerikaanse leiding staat.
De Europese Unie zoekt diplomatieke routes die losstaan van Washington. Dit werd zichtbaar in de manier waarop Europese leiders omgingen met de situatie in Gaza – terughoudender, kritischer ten opzichte van Israël dan hun Amerikaanse collega’s. Dit is geen breuk, maar wel een geleidelijke ontkoppeling. De Amerikaanse paraplu is niet langer vanzelfsprekend waterdicht.
Conclusie: van leider naar volger?
Amerika heeft nog steeds het grootste defensiebudget ter wereld, beschikt over een enorm diplomatiek netwerk en is in veel opzichten nog altijd de spil van internationale veiligheid. Maar gezag is meer dan militaire slagkracht. Het draait om vertrouwen, voorspelbaarheid en morele overtuiging. En juist daar wringt de schoen.
De wereld verandert – en Amerika verandert mee, maar niet altijd in de richting van leiderschap. De opkomst van isolationisme, de invloed van figuren als Trump en Vance, en de verdeeldheid over kwesties als Oekraïne en Gaza ondermijnen de Amerikaanse positie als vredesbeschermer. Rivalen als China ruiken hun kans, bondgenoten twijfelen, en conflicten verergeren.
De grote vraag is: kan Amerika het morele kompas hervinden dat het na 1945 tot wereldleider maakte? Of zijn we getuige van het einde van een tijdperk waarin de wereld zich – met alle mitsen en maren – kon verlaten op één supermacht?
Als het antwoord op die vraag negatief is, dan staat ons niet alleen een machtsverschuiving te wachten, maar ook een nieuwe wereldorde waarin vrede geen vanzelfsprekend gevolg meer is van Amerikaans leiderschap – maar een schaarser goed, waarvoor niemand zich meer vanzelfsprekend verantwoordelijk voelt.
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.