Geplaatst in

De stekkerkoning van de Lange Poten

Geert Wilders (Foto: John Beckmann/Orange Pictures

En toen was het alweer voorbij.

Het kortst zittende kabinet ooit—Schoof I—heeft de eindstreep niet gehaald. Geen honderd dagen, geen beleidsplan, geen richting, geen rust. Wat rest is het politieke equivalent van een gebarsten koffiezetapparaat: brommend, lekkend, warm draaiend maar nooit functionerend. En, zoals zo vaak in de Nederlandse politiek, eindigde het in een stille explosie van frustratie. Centraal op het toneel: Geert Wilders. Stekker in de hand, schouders opgeblazen, boos van het podium gestapt.

Dit was de tweede keer dat Wilders zelf een kabinet torpedeerde waarin hij een sleutelrol speelde. De eerste keer was in 2012, tijdens het gedoogkabinet-Rutte I. Destijds trok hij zijn steun in over bezuinigingen op de AOW. Nu, ruim tien jaar later, is het decor anders, de poppetjes zijn verschoven, maar het patroon blijft gelijk. Zodra het serieus wordt, zodra verantwoordelijkheid zwaarder weegt dan de camera’s, pakt Wilders zijn spullen en vertrekt hij. Met een klap. Met veel bombarie. En vooral: met lege handen.

De tragedie van Geert Wilders

Wilders is een politicus die schittert in oppositie. Hij is het enfant terrible van Den Haag, de man die nooit een compromis hoeft te sluiten omdat hij zijn eigen gelijk boven alles stelt. Voor zijn achterban is hij een held, een man van het volk die zegt wat anderen niet durven zeggen. Maar in de arena van coalitievorming en regeren blijkt telkens opnieuw: Wilders is geen bouwer, maar een breker.

Na de monsterzege van de PVV bij de verkiezingen van 2023 leek het erop dat hij eindelijk zijn kans zou grijpen. Hij stelde zich gematigd op, klonk ineens als een staatsman, beloofde de rechtsstaat te respecteren, parkeerde zijn meest controversiële standpunten. Zelfs Dilan Yeşilgöz van de VVD en Pieter Omtzigt van NSC voelden zich gedwongen om met hem in zee te gaan. Het resultaat: een kabinet gevormd onder technocraat Dick Schoof, met de PVV als grootste macht erachter.

Maar een façade is slechts zo sterk als de wil om haar in stand te houden. Wilders wilde méér dan invloed. Hij wilde macht, directe zeggenschap, een revanche op het politieke establishment dat hem jarenlang had uitgesloten. En toen hij die niet kreeg—geen premierschap, geen doorslaggevende vinger in het beleid—liep hij weg. Stampvoetend, als een kind dat niet met andermans speelgoed mag spelen.

NSC: “De grens was bereikt”

Voor Nicolien van Vroonhoven van Nieuw Sociaal Contract was het allemaal pijnlijk, maar onvermijdelijk. In een korte verklaring na de kabinetsval benadrukte hij dat NSC “altijd bereid is om verantwoordelijkheid te dragen, mits het landsbelang centraal blijft staan.” Volgens ingewijden liep de spanning op over migratie en rechtsstatelijke waarborgen, thema’s waar Van Vroonhoven juist haar principes niet wilde verloochenen.

“Als Wilders fundamentele grondrechten in twijfel trekt of blijft vasthouden aan irreële voorstellen, dan stopt het ergens,” aldus een NSC-woordvoerder. In de wandelgangen wordt gemord over het feit dat Omtzigt zich überhaupt zo diep in een samenwerking met Wilders liet trekken, maar nu lijkt hij de vlucht naar voren te kiezen. Verwacht wordt dat hij zijn campagne opnieuw zal baseren op bestuurlijke degelijkheid en constitutionele zuiverheid.


VVD: Van machtspartij naar meeloper

Ook bij de VVD klinkt zelfreflectie, al is het met tegenzin. Partijleider Dilan Yeşilgöz werd na het fiasco verweten dat ze de deur naar Wilders opende zonder voldoende waarborgen. Haar gok om ‘constructief rechts’ een kans te geven, blijkt een boemerang.

“Wij wilden stabiliteit, maar kregen chaos,” aldus een VVD-Kamerlid anoniem. De liberalen zitten nu klem: rechts van hen ligt een beschadigde PVV, links van hen de BBB en NSC. Hun traditionele profiel van pragmatisch bestuur is verdampt in het imago van politieke opportunist.

Er gaan al stemmen op binnen de partij om terug te keren naar het klassieke liberale kompas. Of Yeşilgöz dat nog mag uitvoeren, is nog maar de vraag. Er wordt gefluisterd over interne spanningen en mogelijke opvolgers.

BBB: “We willen besturen, maar niet tegen elke prijs”

Bij de BoerBurgerBeweging blijft het opvallend stil. Caroline van der Plas stond als vierde coalitiepartner lang in de schaduw van de grote drie, en lijkt dat nu strategisch uit te buiten. “Het was een eerlijke poging, maar wij laten ons niet meeslepen in politieke spelletjes,” zei ze kort na het klappen van de coalitie. De BBB probeert zichzelf te profileren als redelijke middenpartij met boerenverstand, maar het zal voor Van der Plas niet meevallen zich staande te houden tussen het puin van dit kabinet.


Oppositie: “Wij zagen dit allang aankomen”

Op links wordt de val met een mengeling van verontwaardiging en schadenfreude ontvangen. GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans was er als de kippen bij: “Het is tragisch voor Nederland, maar voorspelbaar voor wie Wilders kent. Hij wil geen compromissen, hij wil het spektakel.” De linkse oppositie ruikt nu kansen om terug te keren in het centrum van de macht, zeker als rechtse kiezers afhaken uit frustratie.

Bij D66 en SP klinkt dezelfde toon: de val van Schoof I bewijst volgens hen dat “extreemrechts” niet bestuurbaar is. Toch zijn ook zij behoedzaam, want de kiezer is wispelturig en verkiezingen bieden geen garantie op een ‘fatsoenlijk’ middenkabinet.

Een politiek landschap in puin

De val van kabinet-Schoof is niet alleen een persoonlijke nederlaag voor Wilders, maar een institutionele crisis voor het hele systeem. Nederland staat opnieuw voor verkiezingen, terwijl de problemen zich opstapelen: een vastgelopen woningmarkt, een falende asielketen, een klimaattransitie die dringend sturing nodig heeft, een oplopend tekort aan vertrouwen in de overheid. En in plaats van oplossingen, krijgen we opnieuw campagnes vol soundbites, campagnes waarin partijen zich afzetten tegen elkaar, in plaats van toe te werken naar verbinding.

De kiezer is intussen murw. De opkomst daalt, het cynisme groeit. Steeds meer mensen vragen zich af of hun stem nog verschil maakt, als elke coalitie voortijdig strandt. En dat is het echte gevaar: dat we niet alleen vertrouwen verliezen in politici, maar in de democratie zelf.


Tot slot: de man van wat had kunnen zijn

Geert Wilders had de geschiedenisboeken in kunnen gaan als de outsider die het voor elkaar kreeg. Die na twintig jaar oppositie eindelijk invloed wist om te zetten in bestuur. Maar hij koos voor de makkelijke weg. De weg van de gekwetste ego’s, van principiële onbuigzaamheid, van vluchtgedrag zodra de echte verantwoordelijkheid begint.

Zijn politieke carrière leest als een tragedie van Shakespeare: briljant, gepassioneerd, maar gedoemd door zijn eigen karakter. En zoals in elke tragedie is het niet de held, maar het volk dat uiteindelijk de prijs betaalt.


Ontdek meer van MAYONAISE

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Deze column verscheen eerder in andere media

Ik schrijf mijn column op persoonlijke titel.

Geef een reactie

Ontdek meer van MAYONAISE

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder