Geplaatst in

Waarom kunstmest helemaal niet nodig is: een wetenschappelijke analyse

earthworms on a persons hand
Photo by Sippakorn Yamkasikorn on Pexels.com

Sinds de groene revolutie in de twintigste eeuw heeft kunstmest (synthetische stikstof-, fosfaat- en kaliummeststoffen) een belangrijke rol gespeeld in de wereldwijde landbouwproductie. Dankzij kunstmest steeg de opbrengst van akkers, nam honger in veel regio’s af en konden miljoenen mensen gevoed worden. Toch groeit de kritiek op kunstmest. Niet alleen vanwege de milieu-impact, maar ook vanuit de vraag: is kunstmest eigenlijk wel écht nodig?

Dit onderzoek beoogt een wetenschappelijk onderbouwde analyse te geven waarom kunstmest op lange termijn niet noodzakelijk is voor duurzame voedselproductie. Daarbij wordt gekeken naar ecologische, agronomische en economische factoren. Door middel van literatuuronderzoek en het vergelijken van praktijkvoorbeelden wordt beargumenteerd dat natuurlijke processen en regeneratieve landbouwsystemen dezelfde – of zelfs betere – resultaten kunnen opleveren dan kunstmest.

Historische context van kunstmestgebruik

De opkomst van kunstmest begon met de uitvinding van het Haber-Bosch-proces (begin 20e eeuw), waarmee stikstof uit de lucht industrieel kon worden gebonden tot ammoniak. Dit zorgde voor een explosieve stijging in stikstofkunstmestproductie. In combinatie met fosfaatwinning en kaliummijnen werd een grootschalig landbouwsysteem mogelijk dat sterk afhankelijk werd van externe inputs.

Hoewel dit leidde tot hogere opbrengsten, creëerde het ook afhankelijkheid: gronden werden uitgeput van hun natuurlijke vruchtbaarheid, biodiversiteit nam af en boeren raakten in een cyclus van steeds meer inputs tegen hogere kosten.

Ecologische nadelen van kunstmest

1. Verstoring van de stikstofkringloop

Kunstmest verstoort de natuurlijke stikstofkringloop. Slechts een deel van de stikstof uit kunstmest wordt door planten opgenomen; de rest spoelt uit naar het grondwater of komt in de vorm van lachgas (N₂O) in de atmosfeer terecht, een krachtig broeikasgas.

2. Bodemdegradatie

Kunstmest levert wel nutriënten, maar draagt niet bij aan organische stof in de bodem. Daardoor vermindert het bodemleven (wormen, bacteriën, schimmels), wat leidt tot lagere veerkracht en vruchtbaarheid op lange termijn.

3. Watervervuiling

Overmatig gebruik van stikstof- en fosfaatkunstmest leidt tot eutrofiëring: algenbloei in meren, rivieren en zeeën, met zuurstoftekort en vissterfte als gevolg.

4. Energie-intensief

Het Haber-Bosch-proces verbruikt circa 1–2% van de wereldwijde energieproductie. In een tijdperk waarin de uitstoot van broeikasgassen beperkt moet worden, is dit een grote belasting.

Alternatieven voor kunstmest

1. Groenbemesters en vlinderbloemigen

Peulvruchten (zoals klaver, luzerne en bonen) kunnen stikstof uit de lucht binden via symbiose met rhizobium-bacteriën. Dit levert vaak voldoende stikstof voor de volgende teelt, zonder kunstmest.

2. Compost en organische mest

Compost verrijkt de bodem niet alleen met nutriënten, maar ook met organische stof, waardoor de bodemstructuur, waterhuishouding en biodiversiteit verbeteren.

3. Agroforestry en permacultuur

Door bomen en struiken te combineren met akkerbouw, ontstaat een gesloten nutriëntenkringloop. Bladval en wortelresten voeden het bodemleven, dat op zijn beurt nutriënten beschikbaar maakt voor gewassen.

4. Regeneratieve landbouw

Regeneratieve landbouwsystemen werken met minimale grondbewerking, permanente bodembedekking en diversiteit aan gewassen. Studies tonen aan dat deze methoden bodems vruchtbaarder maken, zelfs zonder kunstmest.

5. Mycorrhiza-schimmels

Deze schimmels vormen een symbiose met plantenwortels en vergroten het opnamevermogen voor fosfaat en andere mineralen. Door het stimuleren van mycorrhiza kan de behoefte aan kunstmest drastisch omlaag.

Wetenschappelijke onderbouwing

Lange termijn opbrengsten

Onderzoek van de Rodale Institute Farming Systems Trial (VS, lopend sinds 1981) laat zien dat biologische systemen zonder kunstmest op lange termijn vergelijkbare opbrengsten geven als conventionele landbouw. In droge jaren presteren biologische percelen zelfs beter vanwege een betere waterretentie van organische bodems.

Voedingswaarde

Studies tonen aan dat gewassen geteeld zonder kunstmest vaak een hogere voedingswaarde (vitaminen, mineralen, antioxidanten) bevatten. Dit komt doordat de planten trager groeien en meer secundaire metabolieten aanmaken.

Economische duurzaamheid

Hoewel kunstmest op korte termijn de opbrengst kan verhogen, brengt het hoge kosten met zich mee. Boeren die overschakelen op agro-ecologische methoden zijn minder afhankelijk van externe inputs en kunnen daardoor financieel stabieler opereren.

Tegenargumenten en weerlegging

“Zonder kunstmest kunnen we de wereld niet voeden.”

Dit is een veelgehoord argument. Toch tonen studies van de FAO en UNEP aan dat agro-ecologische landbouwsystemen genoeg voedsel kunnen produceren voor de wereldbevolking, mits voedselverspilling wordt teruggedrongen en consumptiepatronen veranderen (minder vlees, meer plantaardig).

“Kunstmest is nodig om hoge opbrengsten te halen.”

Op korte termijn klopt dit. Op lange termijn echter dalen de opbrengsten door bodemdegradatie en verzilting. Duurzame alternatieven leveren stabielere opbrengsten zonder uitputting.

“Biologische methoden zijn te duur.”

De hogere arbeidskosten worden vaak gecompenseerd door lagere inputkosten en hogere productprijzen. Daarnaast kunnen beleidsmaatregelen (subsidies, eerlijke prijs voor milieuschade) de kostenbalans verschuiven.

Kunstmest is een technologische innovatie geweest die de landbouwproductie tijdelijk sterk heeft vergroot. Maar wetenschappelijk bewijs toont aan dat kunstmest niet noodzakelijk is om duurzame voedselproductie te waarborgen. Integendeel: het gebruik ervan creëert ecologische, economische en maatschappelijke problemen die ons dwingen naar alternatieven te kijken.

Door gebruik te maken van natuurlijke kringlopen, symbiose met bodemleven en regeneratieve landbouwpraktijken, kan de wereld voorzien in voedselbehoeften zonder kunstmest. Wat nodig is, is een transitie in denken: van een input-gedreven landbouwsysteem naar een kringlooplandbouw waarin de bodem centraal staat.

Gebruikte bronnen

  • Rodale Institute (2020). Farming Systems Trial.
  • FAO (2018). The 10 Elements of Agroecology. Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations.
  • UNEP (2019). Sustainable Food Systems: Concept and Framework.
  • Altieri, M. (2018). Agroecology: The Science of Sustainable Agriculture. CRC Press.
  • IPCC (2019). Climate Change and Land: Special Report.
  • Lal, R. (2004). Soil Carbon Sequestration Impacts on Global Climate Change and Food Security. Science, 304(5677), 1623-1627.
  • Gliessman, S. R. (2014). Agroecology: The Ecology of Sustainable Food Systems. CRC Press.

Ontdek meer van MAYONAISE

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Ik schrijf mijn column op persoonlijke titel, mijn columns kun je ook op andere websites tegenkomen. Je kunt mij bereiken op zaanse@mayonai.se .. Whatsappen kan ook maar dan moet je wel mijn mobiele nummer weten.

Geef een reactie