In het Europees Parlement is wetgeving aangenomen die ervoor moet zorgen dat er minder voedsel en textiel wordt weggegooid. Zo moet onverkocht voedsel dat nog steeds veilig door mensen kan worden opgegeten, meer worden gedoneerd. Via nieuwe regelingen moeten textielproducenten de kosten dekken voor het inzamelen, sorteren en recyclen.
Inhoud
Zestig miljoen ton
In de EU gaat jaarlijks bijna zestig miljoen ton aan voedselverspilling – dat is 132 kilo per persoon – en 12,6 miljoen ton aan textielafval om. Kleding en schoenen alleen al zijn goed voor 5,2 miljoen ton afval, wat neerkomt op twaalf kilo afval per persoon per jaar. Naar schatting wordt er wereldwijd minder dan één procent van al het textiel gerecycled tot nieuwe producten. De Europese Commissie stelde in 2023 voor om de wetgeving voor de EU aan te passen.
Ieder EU-land moet op nationaal niveau een daling zien in het voedsel dat onnodig wordt weggegooid tegen eind 2030. Het gaat om tien procent afkomstig uit de voedselverwerking en –productie, en dertig procent per hoofd van de bevolking uit de detailhandel, restaurants, horeca en huishoudens. Deze doelstellingen worden berekend in vergelijking met het jaarlijkse gemiddelde van tussen 2021 en 2023. EU-landen moeten ervoor zorgen dat marktdeelnemers, die een belangrijke rol spelen in de voedselverspilling of het voorkomen ervan, de donatie van voedsel faciliteren dat nog steeds veilig door mensen kan worden opgegeten.
Productieverantwoordelijkheid
Wat textiel betreft zijn producenten die dit in de EU aanbieden aan zet. Via nieuwe regelingen moeten zij de kosten dekken voor het inzamelen, sorteren en recyclen van textiel. Het gaat om regelingen voor producentenverantwoordelijkheid (UPV), die iedere EU-lidstaat binnen dertig maanden na het in werking treden van de nieuwe wet in gang moet zetten. Deze bepalingen gelden voor alle producenten, inclusief producenten die gebruikmaken van e-commercetools, ongeacht of ze in een EU-land of buiten de Unie gevestigd zijn. Micro-ondernemingen krijgen een extra jaar de tijd om aan de UPV-vereisten te voldoen.
De nieuwe regels gelden voor producten van onder andere kleding en accessoires, hoeden, schoenen, dekens, beddengoed en keukenlinnen, en gordijnen. En op initiatief van het Parlement kunnen EU-landen ook UPV-regelingen opzetten voor producenten van matrassen. Lidstaten moeten ook rekening houden met ultrasnelle mode en fast fashion-praktijken bij het bepalen van financiële bijdragen aan de UPV-regelingen.
EU-landen hebben na de inwerkingtreding twintig maanden de tijd om de regels in hun nationale wetgeving om te zetten.
Stappen zetten
‘Vandaag zetten we een stevige stap richting een circulaire economie in Europa,’ zegt VVD-Europarlementariër en schaduwrapporteur op dit dossier Jeannette Baljeu. ‘Jaarlijks verspillen we 58 miljoen ton voedsel en belanden 12,6 miljoen ton textiel in de verbrandingsoven of op de stortplaats. Met de nieuwe regels verplichten we EU-lidstaten en producenten om voedselverspilling drastisch terug te dringen en gaan textielproducenten, vooral die achter fast en ultra-fast fashion, financieel bijdragen aan recycling en hergebruik.’ Tegelijkertijd worden de kleinste bedrijven tegen onnodige administratieve en financiële lasten beschermd. Baljeu: ‘Nederland liet al zien dat dit kan en nu volgt de rest van Europa. Hiermee zorgen we voor een gelijk speelveld voor onze Nederlandse bedrijven, die zich al langer inzetten voor een circulaire economie, en maken we echt werk van verduurzaming.’
Ontdek meer van MAYONAISE
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.